Oefeningen NT1 – Eindniveau                                                  

Gemengde spelling

 

1. Hoofdletters, lees- en woordtekens

 

 

2. Lees- en woordtekens

 

 

3. Woordtekens

 

 

4. Meervouden en verkleinwoorden

 

 

5. Schrijf het woord juist

 

 

6. Maak het bijvoeglijk naamwoord

 

 

7. Maak het bijvoeglijk naamwoord

 

 

8. Afkortingen

 

 

9. Woordtekens

 

 

10. Hoofdletters, weglatingstekens, koppeltekens, ...

 

 

11. Medeklinkers en tweeklanken

 

 

12. Medeklinkers, klinkers en werkwoorden

 

 

13. Struikelwoorden hen of hun

 

 

14. Struikelwoorden jou of jouw

 

 

15. Vreemde woorden

 

 

16. Zoek de fout in de zin

 

 

17. Zoek de fout in de zin

 

 

18. Zoek de fout in de zin

 

 

19. Zoek de fout in de zin

 

 

20. Zoek de fout in de zin