ZIEK ZIJN

 

 

Mo voelt zich niet goed.

Hij gaat naar de dokter en vertelt zijn probleem.

De dokter zegt dat Mo ziek is.

De dokter geeft advies.

De dokter geeft een briefje voor de baas van Mo, voor de apotheker en de mutualiteit.

 

 

à Maak oefeningen:

 

Oefening 1:  Wat is het probleem?

 

Oefening 2:  Wanneer kan Mo naar de dokter?

 

Oefening 3:  Het advies van de dokter?

 

Oefening 4:  De briefjes van de dokter

 

Oefening 5:  Mo belt naar zijn werk.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

 

 

Terug naar index